Ook rond 1800 word er door Nederlanders ter kaap gevaren. In de Bataafs-Franse Tijd (1795-1813) neemt een groep Amsterdammers het initiatief om de ingezakte commissievaart tot nieuwe bloei te brengen.

In 1796 werd een patriottische kaapvaartrederij opgericht met democratische regels.

In 1803 kwam in Amsterdam de ‘Bataafse Kaaprederij’ tot stand, onder meer door toedoen van bestuurder en reder Adriaan Teyler van Hall .De Amsterdamse kapervloot kon niet opboksen tegen de Britse marine, zodat de rederij werd ontbonden.

In 1808 probeerde Adriaan het opnieuw met de rederij ‘Kruistogt en Kaapvaart’, maar ook deze organisatie bleek een kort leven beschoren: twee jaar later werd de laatste Nederlandse kaperbrief uitgereikt